vrijdag, februari 25
Gerard Schuttert: Gewoon blijven doen, dan word je vanzelf bijzonder
Interview met voorzitter Gerard Schuttert
door Bert van Wanroij | 25 februari 2022
Gerard Schuttert uit Ommen is voorzitter van het NRPS. Welbewust, zelfverzekerd en gebaseerd op visie maar wel vanuit een zekere dienstbaarheid of bescheidenheid, zoals dat in de familie gangbaar is: ‘Het doen is belangrijk. Daar waar we het podium hebben, zijn we niet te benauwd om het te pakken maar we hoeven niet per se in de schijnwerpers te staan.’
‘We fokten thuis in KWPN-verband en we reden zelfgefokte paarden, begin jaren ’80. Gelderse merries en dan aangepaard met een Volbloed, daar reden we op. Als ze een jaar of 4 of 5 waren, dan werden ze vaak verkocht naar Zwitserland, zo ging dat toen. Of ze bleven, als basis voor de fokkerij,’ blikt Gerard terug.
‘We’ is de familie Schuttert uit Ommen waar vanuit een gemengd bedrijf in de jaren ‘70 langzamerhand werd overgeschakeld naar de varkenshandel, die werd overgenomen door Gerard’s broer Jan, de vader van zijn paardrijdende neven Hendrik Jan en Frank: ‘Maar ook mijn broer Johan, mijn zus Ria en hun kinderen zijn volop betrokken bij de paarden.’
EK
Het was logisch dat ook Gerard ging rijden: ‘Vanaf mijn 8e bij de ponyclub, 6 uur ’s ochtends laden, en dan op concours, bij de Federatie was dat. Ik had een pony bij Arend Zoer vandaan, die heb ik zelf aangereden, gedressuurd en gesprongen, achttal gereden, gecrosst, alles. En in 1983 op m’n 15e heb ik het EK gereden in Zweden, met Jenny Zoer en Uriël Taken in het team, toen in de dressuur ook Gonnelien Gordijn meereed. Ik heb nog even Z bij de paarden gereden en toen ben ik gaan studeren. In 1996 hebben we onze eerste paarden gekocht, ik springen en mijn vrouw Brigitte dressuur maar toen onze twee dochters Anna en Kyra de leeftijd hadden, werd dat toch minder. We hebben nu nog wel een jong paard staan naast de pony’s waar we nu mee fokken. Ik ben een beetje moed aan het verzamelen om daarmee aan het werk te gaan.’
Gerard werkte na zijn studie bij verschillende agrarische bedrijven en nu bij DSM-Twilmi waar ze vitaminen- en mineralenmengsels voor het voer van landbouwhuisdieren maken. Toen zijn dochters pony gingen rijden werd hij ook voorzitter van de ponyclub in Ommen. En hij kreeg interesse voor het stamboek NRPS: ‘Bij ons op concours was Jan Stegeman uit Ommen de speaker en die vroeg: ben je niet geïnteresseerd om eens te gaan praten bij het NRPS? Ik had wat huiswerk gedaan, in die tijd ook een jonge Kanshebber aangeschaft, waar nog steeds de betere springpony’s van komen. In Wageningen heb ik diervoeding met als bijvak ook veefokkerij gestudeerd, ook gericht op paarden. Fokkerij had altijd al mijn grote interesse. Nou, toen ben ik in 2018 in het bestuur gekomen, met de portefeuille sport en fokkerij.’
Voorzitter
‘In het NRPS-bestuur ben ik begonnen om de fokprogramma’s verder vorm te geven, de selectie tegen het licht te houden, en het NRPS met zo’n 1000 leden meer voor het voetlicht te brengen. Tot in 2020, toen nam Ronald Funke Küpper afscheid als voorzitter, en ben ik in die rol gekozen. Hands on: dat ben ik, maar dat is ook het NRPS. We zijn als bestuur heel inhoudelijk met de fokkerij bezig, we hechten niet aan het pluche. Met mensen die er op dezelfde manier in zitten zoals Liesbeth Bonder, Pauline Knols-van Nispen en Marco Loos, om maar een paar collega’s te noemen. We kennen elkaar en we staan dicht bij elkaar in contact, we zijn bekend bij de mensen die op de evenementen zijn, veel hengstenhouders en fokkers, die vaak geen blad voor de mond nemen. We willen niet bestuurlijk op afstand staan, we willen vooral gewoon normaal doen. We zijn nr. 2 qua stamboek en dat geeft mooie kansen om te groeien.’
‘Natuurlijk heb ik wel meegekregen hoe vroeger het NRPS was. In de beginjaren ’80 en ’90 een beetje een anti-club. Het bestaansrecht van het NRPS was toch ook het zich afzetten tegen de mainstream, het moest vooral onderscheidend zijn van de standaard WPN. En het was een beetje een vrijgevochten club, altijd wat aan de hand. Later was het voor mij vooral een ponystamboek. Heel sterk vanuit de sport ontstaan, dat ook, vooral met burgers die fokten, dat kenmerkte het NRPS. En relatief sterk vertegenwoordigd in het Westen van het land.’
Niet afzetten
‘Nu zie ik vooral een vereniging in het hele land met enorm veel liefhebberij, met heel veel drive om vooruit te gaan. De professionaliteit kan beter, maar die is al veel beter dan een jaar of 3 of 4 geleden. Daar bouwen we echt aan, ook door goed te luisteren naar de fokkers en hengstenhouders plus de sportmensen. Heel belangrijk om ze ook erbij te betrekken, sportmensen en jonge mensen, daar bouwen we echt aan. En vooral echt luisteren. We zullen nog meer onze eigen lijn moeten kiezen, niet bekend willen staan als het andere stamboek, ons niet afzetten tegen het KWPN.’
‘Met onze fokkers en hengstenhouders een goed paard fokken, daar gaat het om. Daarbij is gezondheid heel belangrijk: wij waren een van de eerste stamboeken die met röntgenologisch onderzoek begonnen. Bij de pony’s zijn we de enige zelfs! En we fokken ook op karakter, zodat we paarden fokken waar mensen blij van worden. Als je een paard uit de stal haalt, moet ie klaar zijn om aan het werk te gaan. Een paard waar je normaal een zadel op kunt leggen. Een paard ook met ‘go’, dat voor je wil werken. Als je een paard met allerlei hulpmiddelen moet motiveren om het werk te doen, dat is vrij snel eindig.’
Paarden die willen werken
‘Professionele amateurs zijn daarom voor ons een belangrijke doelgroep. Toen ik vroeger leerde paardrijden, hoorde het erbij dat je ze alles liet zien. Nu is het veel specialistischer geworden, komen de paarden veel minder in aanraking met allerlei prikkels. Dan is het belangrijk dat ze van nature niet van alles onder de indruk zijn. Ik zei ‘professionele amateurs’ maar het geldt ook voor professionals: als je 10 paarden per dag rijdt, is het wel fijn dat je paarden hebt die willen werken, dat je geen strijd hoeft te voeren.’
‘Dat soort eigenschappen is aan de hand niet altijd even gemakkelijk te beoordelen. Bij de hengstenselectie kennen we drie bezichtigingen en een tweedaags examen, dan letten we extra op karakter en werkwilligheid. Uiteindelijk zullen de betere hengsten zich in de sport moeten gaan bewijzen. De laatste twee jaren zien we dat de kwaliteit van de jonge hengsten die bij ons worden voorgesteld, aanzienlijk toeneemt. Het is belangrijk om de standaard vast te houden: correctheid, gezondheid, functioneel in exterieur, vermogen en schakelbaarheid en karakter. Maar als ze voldoen, dan voldoen ze. Het verrichtingsonderzoek is voor ons geen selectiemoment, bij voorbeeld om de beste 20% goed te keuren. Als klein stamboek keuren we relatief meer hengsten goed dan binnen ons merriebestand gebruikt worden. Maar ze zijn goed, röntgenologisch gezond, ze hebben als jonge hengst aanleg laten zien. En dan moet de sport het uitwijzen.’
Nederlandse Sportpony
‘Als fokkerijorganisatie zagen we dat de springponyfokkerij wel een heel smalle genetische basis kreeg dus hebben we daar het fokbeleid aangepast. In 2019 hebben we de nieuwe fokrichting Nederlandse Sportpony ingesteld, zonder eisen aan een percentage Arabisch bloed, geen rasfokkerij. Dat heeft wel wat uitlegwerk in alle afdelingen gekost, vooral ook voor de oudere garde. En daarnaast hebben we de allround rijpony met minimaal 20% Arabisch bloed. Sinds 2020 hebben we ook in de ponyfokkerij de disciplines gescheiden, tussen dressuur en springen. Voor die tijd moesten de pony’s alles kunnen.’
‘In de ponyfokkerij lopen we hiermee voorop, we zien zo’n ontwikkeling nu ook wel in Duitsland. In de paardenfokkerij liepen we wat achter. We zijn aan het inhalen, steeds meer op specialisatie, maar hebben ook om ons heen gezien dat je daar ook in kan doorschieten. Zo hebben we ook eventing benoemd als derde, aparte fokrichting. Voor de selectie in de springpaarden hebben we Boudewijn Schepens uit België de laatste 4 jaar als adviseur in de hengstenkeuringscommissie voor springpaarden uitgenodigd. Hij heeft 18 jaar in de hengstenkeuringscommissie van het BWP gezeten, in mijn ogen heeft hij mede aan de basis gestaan van het succes van het Belgische springpaard.’
Naar de andere kant
‘Wat moet een springpaard kunnen? Dat moet je niet te ingewikkeld maken. Een springpaard moet op een gemakkelijke, vermogende manier naar de andere kant van de hindernis springen en hij moet dat ook vol kunnen houden, gezond zijn. Ook in België krijgen ze snel een kans om zich te bewijzen, ze selecteren op minder kenmerken. Dat willen wij als NRPS ook richting springpaardenfokkerij: fijne, vermogende springpaarden met bloed, en het aantal selectiecriteria zo beperkt mogelijk houden.’
‘In 2018 heb ik mezelf kadervorming binnen de vereniging als taak gesteld. Je moet er immers voor zorgen dat er mensen klaarstaan om taken over te nemen. Zeker met een relatief klein stamboek, met drie mensen op de loonlijst en veel vrijwilligers, is het belangrijk dat je kundige mensen aan je bindt. Joyce Lenaerts in de hengstenkeuringscommissie, gastjuryleden als Marten Luiten, Kirsten Brouwers, Amber Hage of Willem Verdonk op de hengsten. Die kun je voor een dag aan je binden in zo’n systeem. Als we dat drie weken achter elkaar moesten doen, dan kregen we deze mensen niet.’
Afscheid nemen
‘Het was een traditie dat functionarissen heel lang bleven zitten, het is goed om er een termijn aan te hangen. Feedback geven en afscheid nemen hoort er niet vanzelfsprekend bij in de paardenwereld. Kijk naar het voorbeeld van Rob Ehrens. Het is best een uitdaging om goede mensen aan je te binden, maar net zo goed om mensen die zich heel lang hebben ingezet een gepast afscheid te bieden. Bij ons noem ik iemand als Gert Teunissen, hij is al 40 jaar vrijwilliger, en in die zin Mr. NRPS. Na 40 jaar kan je met heel veel respect afscheid nemen.’
‘Kijk, het succes van ons stamboek hangt toch af van de individuele successen van de fokkers die de paarden en pony’s bij ons registreren. Als stamboek stel je in die zin weinig voor. Dus moeten we heel goed luisteren. En de fokkers wat te bieden hebben. Advisering, kwaliteit in de keuringscommissies in de baan, zo professioneel mogelijk. Maar ook een nieuw softwarepakket sinds twee jaar: dat mensen hun eigen informatie toe kunnen voegen op de website, hun eigen pony’s en paarden zelf in de etalage zetten, met links naar Youtube, dat is voor eigenaren zelf ook leuk om te doen, simpel en snel.’
Er plezier aan hebben
‘Het is belangrijk dat we succes hebben, dat we het bedrijfsmatig goed voor elkaar hebben, en elk jaar met ons allen er plezier aan hebben in de fokkerij èn in de sport. Het is een heel belangrijke sector in Nederland, waar heel veel geld in omgaat, daar mag je niet lichtzinnig mee omgaan. We bestonden vorig jaar 40 jaar, we hebben nu een generatiewissel van veel mensen die vanaf het begin bij het NRPS betrokken zijn geweest. Onderscheidend in het fokbeleid, dat heeft de strijders van het eerste begin gekenmerkt. Nu is het vooral: welke kant gaan we op?!’
‘Waar we over tien jaar staan? Dan hoop ik dat we een stamboek zijn met leden die ook werkelijk bewust kiezen voor het NRPS en daar hun veulens registreren, zodat we een herkenbare NRPS-fokkerij hebben. En dat in drie disciplines op de Olympische Spelen een NRPS’er meedoet, misschien wel voor de prijzen. Bij de pony’s mee blijven strijden op het hoogste podium, het EK. En in het algemeen: dat NRPS voor onze paarden en pony’s een erkend en gevoeld kwaliteitskenmerk is. Dat willen we bereiken door te luisteren, het voor elkaar te hebben en gewoon te blijven doen. Want ze zeggen op TV dat je dan vanzelf bijzonder wordt.’